Graf van Benia TT343, de habdelinge rondom het mondopeningsritueelEen belangrijk begrafenisritueel in het oude Egypte was het mondopeningsritueel.

Dit ritueel werd uitgevoerd op cultusbeelden van goden, koningen, privépersonen alsook op mummies van mensen en Apis-stieren. Het kon zelf uitgevoerd worden op hele tempels.
Een van de eerste verwijzingen naar dit ritueel zijn te vinden in de Piramideteksten die aangebracht zijn in de piramide van farao Oenas (5de dynastie). Het oude ritueel werd oorspronkelijk op beelden uitgevoerd.Vanaf het Nieuwe Rijk werd het ook toegepast op de mensvormige dodenkist, die als een evenbeeld, van de overledene werd beschouwd. Het ritueel speelde een belangrijke rol bij de verandering van de overledene in een ach: de samensmelting van de ka en de ba, een verheerlijkte goddelijke status die iemand pas na het overlijden kon bereiken.
De ceremonie bestond uit 75 handelingen en diende er uiteindelijk toe de overledene tot leven te brengen zodat hij weer kon functioneren in het hiernamaals. Ook een beeld, reliëf of een monument kon zo op magische wijze tot leven worden gebracht.

Instrumenten t.b.v het mondopeningsritueelNormaal gesproken werd de mondopeningsceremonie op mummies uitgevoerd door de voorleespriester en de sem-priester in een luipaardvel, maar het kon ook door de zoon van de overledene worden gedaan. Men bediende zich tijdens het ritueel van allerlei instrumenten waarbij op symbolische wijze het gezicht en de handen even aangeraakt werden. Tijdens het Oude Rijk ontstond de gewoonte om een setje gereedschap mee te geven in het graf. Zulke sets bestonden uit kalkstenen plaatjes waarin holtes zijn uitgespaard voor de verschillenden atributen, waaronder twee watervaasjes en vier bakjes voor natron (om een reinigingsritueel uit te voeren), twee stenen messen en een derde mes in de vorm van een vissenstaart, pesesj-kef genoemd, (om de mond en ogen te 'openen'). In de loop van de plechtigheden kreeg de overledene zijn zintuigen weer terug. Ook timmermansgereedschappen werden voor dit ritueel gebruikt, vooral verschillenden typen dissels. De priester gebruikte daarnaast een staf in de vorm van een kronkelende slang, de weret-hekaoe. Deze werd beschouwd als een echte toverstaf.

Fragment Dodenboek met mummie van Hunefer die het mondopeningsritueel ondergaat, British Museum, LondenDe handelingen van het mondopeningsritueel bestonden onder meer uit reinigingen, bewieroking, het brengen van plengoffers en het offeren van dieren. Ook het aanraken van diverse lichaamsdelen speelde een belangrijke rol. In de teksten, die horen bij deze handelingen, wordt vaak verwezen naar de Osirismythe, waarbij de ledematen van het dode lichaam van de god Osiris werden verenigd en weer tot leven gewekt. Het reciteren van magische spreuken en gebeden door de voorleespriester, terwijl hij de neus, mond, ogen, oren en borst van de mummie aanraakte, was bedoeld om de zintuigen van de overledene te herstellen. Hierdoor kon de overledene zich voor het laatst bij de rouwenden voegen voor de dodenmaaltijd.
Na de maaltijd werd de mummie met passende rituelen en gebeden in het graf gelegd. De rouwenden bedekten de mummie met guirlandes en bloemen, bij wijze van afscheidsgroet. Bij het openen van graven zijn er hiervan heel wat teruggevonden op de lichamen en de deksels van mummiekisten.
Het mondopeningsritueel en de overbrenging van de overledene naar de grafkamer symboliseerden dat hij het rijk van Osiris had bereikt.
Zodra het graf was afgesloten, begonnen zijn geestelijke aspecten aan de reis naar de andere wereld.
In het graf van vizier Rechmira (TT 100) in Loeksor worden alle handelingen van het mondopeningsritueel op de oostwand afgebeeld.

Het ritueel veranderde en ontwikkelde zich gedurend de tijd, maar bleef tot in de Late Tijd in gebruik.

© 2012 Joke Baardemans
Bronnen: Egyptische Magie, M. Raven; Egypte, Het land van de farao's, H. Ullmann; Opening the Mouth, A. Macy Roth