Faience schaaltje met danseres en bestatoe op het bovenbeen, RMO LeidenHet laten aanbrengen van tatoeages wordt vaak geassocieerd met de levensstijl van een specifiek persoon en heeft soms zelfs een erotische lading.

Veelal heeft een tatoeage echter ook een diepere betekenis en wordt deze vorm van lichaamskunst op grote schaal en in alle culturen toegepast. Hoewel er niet veel over bekend is werd er ook in het oude Egypte getatoeëerd. Opvallend genoeg zijn het met name vrouwen en buitenlanders waarbij men tatoeages heeft aangetroffen. Wat betreft de vrouwen zijn dit meestal vrouwen in specifieke functies als priesteressen, musiciennes, danseressen of haremdames. Men veronderstelt dat de tatoeages dezelfde beschermende werking hadden als een amulet. Deze vrouwen droegen vaak minder kleding. Mogelijk dat een amulet daarom niet op de plaats gehouden kon worden en het op de juiste plek dragen van amuletten luisterde nauw. Vaak werden de tatoeages aangebracht rond de lichaamsopeningen. Hierover werd in medische papyri aangegeven dat het 'bijzonder ontvankelijke plaatsen waren waardoor het kwade naar binnen kon'. Vrouwen waren door de vele zwangerschappen en bevallingen natuurlijk kwetsbaar. Diverse tatoeages van godheden zoals bijvoorbeeld Bes duiden erop dat de vrouwen vertrouwden op goddelijke bescherming.

Naalden voor het tatoeëren, British MuseumDe kunst van het tatoeëren is waarschijnlijk vanuit Nubië (het huidige Noord Soedan) naar Egypte overgewaaid. Er is niet zoveel bekend welke methode men hanteerde voor het aanbrengen van tatoeages. De meest gebruikelijke methode was de stippelmethode waarbij men met een zwartgemaakte naald, onder de huid, stippeltjes aanbracht. Met een eveneens zwartgemaakte draad die onder de huid werd doorgetrokken werden lijnen gemaakt. Of de huid vooraf en na het aanbrengen van de tatoeage nog werd behandeld is onbekend. Mogelijk dat men met speciale kruiden, oliën of zalfjes nog iets ondernam tegen de pijn of om in een later stadium eventuele ontstekingen te behandelen. Uit medische papyri blijkt dat men dit ook bij andere huidaandoeningen, ter genezing, aanwende. Het risico op ontstekingen was natuurlijk groot, alhoewel er geen concrete aanwijzingen bestaan dat dit wat betreft het tatoeëren een probleem vormde.

Sommige beelden uit de Predynastieke Periode van corpulente vrouwen lijken al tatoeages te vertonen. De heupen en billen zijn bedekt met stippelpatronen, wat mogelijk kralen of tatoeages moeten voorstellen. Bij diverse mummies uit het Middenrijk is aangetoond dat er ook tatoeages aanwezig waren. Uit de 11e dynastie is een vrouwenmummie met tatoeage bekend van een priesteres van de godin Hathor, zij heette Amoenet. Ook zijn er op een mummie van een danseres tatoeages aangetroffen. De tatoeages bestaan uit driehoekige en ruitvormige stippelpatronen en stippellijnen in de hals, op de borst, buik, maag, armen en dijbenen. De stippelmethode ziet men tegenwoordig ook nog bij boerenfamilies in Boven-Egypte.
Een mooie afbeelding van een muzikante met een godentatoeage bevindt zich in het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden. Het betreft een faienceschaaltje met een luitspeelster die een Bes-tatoeage op haar been heeft. De god Bes was een beschermgod en werd geassocieerd met onder andere vruchtbaarheid, seksualiteit en muziek. De relatie mag duidelijk zijn.
Popje van klei voorzien van tatoes, Musée de LouvreOpvallend zijn ook de figuren van klei die uit het Middenrijk komen en die zijn voortgekomen uit de zogenaamde paddle dolls. Zij worden ook weleens onterecht dodenbruiden genoemd. De vrouwelijke figuurtjes zijn zowel bij mannen, vrouwen en kinderen in graven aangetroffen. De popjes zijn van geometrische stippelpatronen voorzien en hebben duidelijk vrouwelijke vormen. De functie van de beeldjes heeft waarschijnlijk te maken met bescherming, vruchtbaarheid en met wedergeboorte. Verondersteld wordt dat de rituele betekenis duidelijk een goddelijke inslag heeft. De vormgeving doet denken aan de afbeeldingen van de godin Noet op de plafonds in de graven van het Nieuwe Rijk en op de binnenkant van de sarcofaagdeksels.
Syrische soldaten met taoes op armen en benen, Egyptisch Museum, CaïroDe enige tatoeages bij mannen in het oude Egypte zijn de afbeeldingen van buitenlandse soldaten, meestal Libiërs, maar soms ook Koesjieten. Zij zijn onder meer aangetroffen in de tempel van Medinet Haboe op paleistegels en op de gouden strijdwagen van farao Toetanchamon. De tatoeages van deze soldaten hebben ook een stippelpatroon, maar vertonen vooral gebogen lijnen met plantenmotieven en geometrische patronen. Door het risicovolle beroep en de blootstelling aan vele gevaren vermoedt men dat de tatoeages bij soldaten zowel een beschermende als afschrikwekkende functie hadden.

Gezien het geringe aantal tatoeages dat is aangetroffen wordt duidelijk dat het aanbrengen van tatoeages geen reguliere aangelegenheid was gedurende de faraonische tijd. Desalniettemin blijkt uit alle aanwijzingen en teksten die hier wat mee te maken hebben dat met name de beschermende factor van tatoeages een grote rol heeft gespeeld. Dat wordt nog eens benadrukt door de associatie met diverse goden.

© Joke Baardemans 2013

Bronnen: The Oxford Encyclopedia of Ancient Egypt art.Toiletries and Cosmetics L. Green; Tätowierungen in Ägypten: Zauber-hafter Körperschutz, B. Göde