Egyptisch faience, Thot-Ibis, The  Walters Art Museum, BaltimoreHet woord faience is afgeleid van de term voor het dunne, geglazuurde aardewerk dat oorspronkelijk in Faenza, een stad in Noord-Italië, werd gemaakt.

De Europeanen die voor het eerst kennis maakten met het Egyptische faience vonden dat het erg deed denken aan dit glanzende, Italiaanse aardewerk. Het Egyptische faience is echter iets heel anders, maar omdat de naam al zolang in gebruik is, laat men het zo.

Faience dat glinsteren betekent, is de oudste synthetische stof die door de mensheid is uitgevonden. Het is een kunstmatig product dat voor het eerst in Mesopotamië werd gemaakt en niet in Egypte zoals vaak wordt gedacht. Het wordt Egyptisch faience genoemd omdat het juist in dit land op grote schaal is gebruikt voor uiteenlopende voorwerpen zoals beeldjes, vaatwerk, sieraden en ornamenten. De eerste voorwerpen van faience waren kralen en werden zo'n 4000 v.Chr. vervaardigd. Uit deze periode stammen tevens amuletten en kleine dierenfiguren. Men veronderstelt dat faience diende als vervanging van halfedelstenen zoals lapis lazuli. Faience is een glasachtig materiaal dat opvalt door de glanzende, blauw-groene kleur. De Egyptenaren zagen in deze glans de schittering van de zon: de bron van eeuwig leven. Voor hen symboliseerde het de wedergeboorte en de vruchtbaarheid.

Drinkschaaltje faience, RMO Leiden 18e-19e dynastieOver de productie van Egyptisch faience bestaan nog vele onduidelijkheden. Men weet dat er in Memphis en Amarna speciale glas- en faiencewerkplaatsen waren. Er zijn restanten van ovens en keramisch materiaal gevonden, maar hoe men het precies vervaardigde, is niet overgeleverd. Wel is er in het graf van Ibi (TT36) uit de 26ste dynastie een afbeelding gevonden, waarvan men vermoedt dat het iets te maken zou kunnen hebben met faienceproductie. Ook komt men de titel 'opzichter van de faiencemakers' een aantal keer tegen. Over het exacte technologische proces is echter tot op heden weinig bekend.

De kern van faiencefiguren bestaat niet uit klei, maar werd uit fijngemalen kwarts vervaardigd waarvan een pasta werd gemaakt. Doorgaans is de pasta wit van kleur maar deze kan ook andere kleuren hebben. Door de pasta werden diverse andere ingrediënten gemengd zoals natrium-calcium-silicaat of kalium-calcium-silicaat zodat men er glasglazuur van kon maken. Door hier koper-, lood-, of ijzeroxide en tin aan toe te voegen verkreeg men de kleuren. Met de hand, maar ook met behulp van mallen of een draaischijf vormde men het object waarna het onder hoge temperaturen in een pottenbakkersoven werd gebakken. Tijdens het bakken verglaasde het buitenste laagje tot een glazuurlaag. De hoeveelheden metaaloxide en de condities waaronder werd verhit, bepaalden de uiteindelijke kleur. De ingrediënten voor faience trof men aan in de natuur. Zo was kwarts in Egypte ruimschoots voorhanden in het woestijnzand. Men veronderstelt dat er ook kiezelstenen vergruisd werden om kwarts te verkrijgen.

Nijlpaard faience, 12e dynastie/MET, New York   In de loop der tijd onderging de faienceproductie een enorme ontwikkeling. Had het maken van faience tijdens de Predynastische Periode nog een min of meer experimenteel karakter, tijdens het Nieuwe Rijk bereikte het haar hoogtepunt. Er was een uitgebreide, gevarieerde productie en er werden ware meesterwerken gemaakt. De gedenkscarabeeën van Amenhotep III zijn hier een goed voorbeeld van. Met name tijdens de Amarnaperiode ontstonden talrijke, nieuwe kleuren doordat de kunstenaars steeds meer inzicht kregen door met de samenstelling van ingrediënten te variëren. Ook de inlegtechnieken bereikten in deze periode een hoge mate van perfectie. Faience uit deze periode werd op grote schaal geëxporteerd.

© 2012 Joke Baardemans

Bronnen: Ancient Egyptian Materials and Technology, P.T. Nicholson, I. Shaw; Objects for Eternity - A. Meijer