De god Hapy, Abydos, foto: Petra LetherHapy is de god die in het oude Egypte in verband werd gebracht met de overstroming van de Nijl.

Hij was de vader van alle schepsels. Deze Nijlgod wordt vaak verward met de andere god Hapy, een van de vier zonen van de god Horus. Hapy's partners waren Nechbet en Wadjet, respectievelijk de godinnen van Opper- en Neder-Egypte. Later deelde hij, door zijn associatie met Noen, de watergod, diens partner Noenet. De naam Hapy betekent 'de rennende', waarschijnlijk verwijst dit naar het stromen van de Nijl. Men veronderstelt dat de naam Hapy zelfs de oorspronkelijk naam van de Nijl is. Hij wordt daarom ook niet alleen met de overstromingen maar ook met de rivier zelf geassocieerd. De Nijl vormde de bron van het leven en Egypte was voor haar landbouw afhankelijk van de overstromingen. Hapy bracht vruchtbaarheid en was hierdoor erg populair onder de bevolking van de Nijlvallei. Door het cyclisch karakter van de overstromingen, waardoor het zaad in de aarde kon ontkiemen, zag men Hapy als een manifestatie van de kosmische orde. Zij omschreven hem ook wel met 'de komst van Hapy'. De natuur was grillig en soms kampte de Nijl met een excessief hoge of lage waterstand. Dit kon desastreuze gevolgen hebben voor een land dat zo afhankelijk was van water. Hapy waakte over de Nijl en zorgde voor een goede balans tussen de overstroming en de vruchtbaarheid. Omdat hij werd aangemerkt als scheppergod noemde men hem ook 'de vader van de goden'.
Een andere beschrijving van Hapy is 'heer van de vissen en de vogels' en tot zijn gevolg behoorde ook vele krokodillengoden en kikkergoden. Hapy werd verder beschouwd als 'vriend van Geb', de aardgod en 'heer van Nepri', de god van het graan.

Hapy in Tempel van Medinet Haboe, foto: Petra LetherAfbeeldingen van Hapy laten een dikbuikige man zien met lang haar en vrouwelijke, hangende borsten. Hij draagt een tamelijk korte riem of een soort lendendoek. Vaak wordt hij weergegeven met een papyrusplant op zijn hoofd. Hij houdt hierbij papyrus- en lotusstengels vast en leunt tegen een goed gevulde offertafel. Dikwijls is zijn huid blauw of groen gekleurd. Deze kenmerken symboliseren de vruchtbaarheid. Vanaf de 5e dynastie ziet men op de lage registers van tempelmuren afbeeldingen van Hapy en andere vruchtbaarheidsgoden die offergaven de tempel in dragen. Deze gaven waren bestemd voor de goddelijke eigenaar van deze tempel. Ook ziet men afbeeldingen van Hapy, waarbij hij een volle offertafel draagt. Soms heeft hij de karakteristieke gelaatskenmerken van de heersende farao. Op deze wijze benadrukte men de goddelijke relatie tussen Hapy en de farao.
Hapy-goden in tempel van Dendera, fot: Petra LetherVanaf de 19e dynastie ziet men twee Hapy-figuren die de papyrus van Opper-Egypte de lotusplant van Neder-Egypte met elkaar verbinden. Het verwoordt de samenvoeging van de beide landen in Egypte door symbolisch de beide planten aan elkaar te knopen. Deze knoop wordt ook wel sema genoemd. Het sema hieroglief refereert aan twee longen verbonden met de luchtpijp, een natuurlijk symbool voor de verbintenis van twee gelijke delen, in dit geval Opper-en Neder-Egypte. Men ziet de sema-knoop vaak op tempelmuren of op de voet van de kolossale beelden van de farao's.

Hapy door slang omgeven knielt in zijn grot en giet uit 2 vaten water vd Nijl, foto: Petra LetherHoewel in de hymne van Hapy staat dat hij geen gedenktekens heeft werd hij toch tot ver buiten het cultuscentrum vereerd en veelvuldig afgebeeld in tempels van andere goden. Ter ere van hem werd zelfs een jaarlijks festival gehouden waar veel Egyptenaren op af kwamen.
De hoofdcultus van Hapy lag vooral in gebieden waar de stroming van de Nijl op zijn wildst was, zoals bij Gebel el-Silsila, 65 km ten noorden van Aswan. Ook bij de veronderstelde bron, in een grot dichtbij Aswan, werd Hapy vereerd.



© 2012 Joke Baardemans


Bron: The Oxford Encyclopedia of Ancient Egypt, K. Butzer; The complete Gods and Goddesses of Ancient Egypt, R.H. Wilkinson; Het oude Egypte, T Wilkinson