Afbeelding van een mensenoffer uit de tijd van AhaHet offeren van mensen voor specifieke doeleinden gedurende de dynastieke tijd is een aspect waarover nog steeds veel discussie bestaat.

In het algemeen lijkt het erop dat de Egyptenaren te beschaafd waren om mensen te offeren en een afschuw hadden van het zonder onderscheid doden van mensen. Dit blijkt ook uit een van de wonderverhalen (Papyrus Westcar) waarin farao Cheops wordt afgeschilderd als een tiran omdat hij voorstelde een gevangene te laten doden. Er bestaat tegenwoordig echter toch ook een beeld dat tijdens de faraonische beschaving het een gewoonte was om regelmatig mensen te offeren voor allerlei doeleinden. De vele fictieve verhalen die tot ons komen via de media en romans dragen daar een flinke steen aan bij en langzamerhand is er een beeld ontstaan dat indien een farao stierf het gebruikelijk was dat zijn dienaren mee werden begraven. Dat dit een structurele gang van zaken was gedurende de gehele dynastieke periode is een verkeerde voorstelling van zaken. Toch was het gedurende korte tijd wel degelijk de gewoonte dienaren te doden en mee te begraven, met name in de Vroegdynastieke Periode.

Lijntekening van een mensenoffer uit de tijd van DjerMensenoffers zijn op twee manieren van elkaar te onderscheiden. Het eerste type is het cultisch mensenoffer. Hierbij worden mensen als onderdeel van een tempelcultus geofferd. Dikwijls zijn dit vijanden of criminelen, maar er is ook een voorbeeld bekend uit de tijd van farao Amenhotep II waarbij zeven Syrische prinsessen ritueel werden geëxecuteerd. Er is aangetoond dat de cultische mensenoffers in de Late Tijd, waarschijnlijk in de 26e dynastie, werden vervangen door wassen beeldjes die werden verbrand. Van een reguliere, cultische praktijk waarbij regelmatig mensen werden geofferd lijkt geen sprake te zijn. Hiervoor ontbreken concrete aanwijzingen. Verondersteld wordt dat de teksten en afbeeldingen die hiermee in verband worden gebracht meer een individualistisch en incidenteel karakter hadden. Indien er sprake was van een mensenoffer zou dit ook symbolisch bedoeld kunnen zijn. In rituele teksten werd uiteraard niet vermeld dat in plaats van mensen te offeren wassen beeldjes werden verbrand.
Ook de doodstraf voor een ernstig vergrijp was gangbaar in Egypte. Religie en staat waren niet van elkaar gescheiden. Kreeg iemand een straf voor een vergrijp en voerde men de doodstraf uit dan kreeg deze maatregel al snel het religieuze karakter van een ceremoniële executie, hoewel dit misschien niet de intentie was. Aanwijzingen voor een structurele slachting van mensen om cultische redenen blijven echter uit.

Koninklijke graven by Abydos waar sporen van mensenoffers zijn aangetroffenEen ander type mensenoffer is retainer sacrifice, het doden van bedienden of andere ondergeschikten die vervolgens met hun farao werden meebegraven. Immers de farao had ook personeel nodig in het leven na de dood, waarin de oude Egyptenaren heilig geloofden. De koninklijke graftomben uit de 1e dynastie in Abydos tonen sporen dat dit destijds op grote schaal plaatsvond. De eerste farao waarbij dit is geconstateerd is Aha en ook bij al zijn opvolgers uit de 1e dynastie was sprake van retainer sacrifice. Rondom de grafgebouwen en de dodentempels bevinden zich lange rijen van kleine bijgraven waarin zich normaal gesproken een houten kist bevond. Het gaat hier om honderden personen onder wie zeer veel vrouwen. Recent onderzoek toont aan dat deze mensen waarschijnlijk door wurging om het leven zijn gebracht. Mogelijk dat in sommige gevallen ook gif is gebruikt. Dat deze wijze van offeren niet geheel vrijwillig was mag duidelijk zijn. Buiten Abydos zijn ook op andere plaatsen uit de 1e dynastie sporen aangetroffen van retainer sacrifice onder andere in Sakkara en Gizeh. Vanaf de 2e dynastieke periode zijn geen voorbeelden van retanier sacrifice bekend. Wel bleef dit gebruik lang in stand in Nubië, waar het tot in de 5-6e eeuws n. Chr. een telkens terugkerend iets bleef bij de begrafenissen van de farao's in Kerma.

Waardoor er uiteindelijk een einde is gekomen aan retainer sacrifice is lastig te achterhalen. Vermoedelijk heeft het te maken met economische motieven. Door de toenemende vraag naar luxe goederen en diensten kon men zich deze mensenoffers niet meer permitteren. Met hen verdwenen goed geschoolde en ervaren handwerklieden. Het was dus een ongelooflijke verspilling van talent. Dat werd te kostbaar voor de opvolgers van de overleden farao's. In de periode die volgde werden de dienaren daarom waarschijnlijk ook vervangen door voorstellingen op de wanden en door houten modellen. Er wordt gesuggereerd dat de houten modellen met betrekking tot de voedselproductie en oesjabties (de dienarenbeelden uit het latere Middenrijk) symbolische vervangers zouden zijn voor de retainer sacrefices. Hier zijn de wetenschappers het niet over eens. Bij retainer sacrifices zou het gaan om hoge ambtenaren terwijl de houten modellen en de oesjabtiefiguren duidelijk een lagere functie hadden en bovendien in grote meerderheid met name in privégraven zijn gevonden. Ook zou door de lange tussenliggende periode deze ontwikkeling niet aannemelijk zijn.  
In Nubië kwam er door de egyptisering en later de kerstening een einde aan het meebegraven van dienaren.

© Joke Baardemans 2015

Bronnen: Het oude Egypte, opkomst en ondergang van een beschaving, Toby Wilkinson; Abydos: Egyptian Afterlife, J. Calvin; With Escorts to the Afterlife, Pharaohs Proved Their Power, art. New York Times, J. Wilford; Het mensenoffer in Egypte en Nubië, J. van Dijk