Chonsoe, tempel Philae, foto: Petra LetherChonsoe was een maangod. Aanvankelijk werd hij voorgesteld als een bloeddorstige godheid, zoals in de Piramideteksten, waar hij in de hymne van de Kannibaal wordt genoemd.

Ook in de sarcofaagteksten wordt zijn geweldadige karakter aangehaald. Later werd hij geassocieerd met het baren van kinderen. Zijn belangrijkste manifestatie was 'Chonsoe in Thebe'. Hij behoorde tot de machtige Thebaanse triade, samen met Amon en Moet, zijn vader en moeder. Hoewel sterk verbonden met deze twee godheden werd hij in Kom Ombo gezien als zoon van Hathor en Sobek. In de tempel van Edfoe werd hij geassocieerd met Osiris. Als maangod bracht men hem ook in verband met de luchtgod Sjoe en met Horus. Chonsoe werd geassocieerd met de tijd en men geloofde dat hij de zwangerschap van mens en dier kon beïnvloeden. Hij bezat scheppende kracht voor alle levende wezens. In het verleden dacht men dat zijn naam een afgeleide was van 'ch' wat placenta betekent en 'nesu', koning, de personificatie van de koninklijke placenta. Nu wordt algemeen aangenomen dat zijn naam gerelateerd is aan het werkwoord chenes dat doorkruisen of zwerven betekent. 'Hij die de hemel doorkruist' is een mogelijke verwijzing naar de nachtelijk hemelreis van de maan.

Amon, Moet en Chonsoe, Karnak, foto: J. BaardemansDoorgaans wordt Chonsoe antropomorphisch, in menselijke gedaante afgebeeld. Meestal zien we hem als jonge man, in mummiewindsels gewikkeld of in nauw sluitende kleding, met zijn armen geheel of gedeeltelijk bedekt. Zijn hoofd is getooid met een volle maan en een halvemaanvormige schijf. Als kind van Amon en Moet draagt hij de jeugdlok. Ook draagt hij de gekrulde baard, zoals gebruikelijk bij de goden. Verder wordt hij afgebeeld met de kromstaf, de vlegel en de was-scepter of djed-staf. Om zijn nek heeft hij de menat, een halskraag met een contragewicht in de nek in de vorm van een omgekeerd sleutelgat. Hiermee onderscheidt hij zich van de god Ptah, die een soortgelijke kraag draagt, maar waarbij het contragewicht de vorm heeft van een soort kwast. Daarnaast wordt Chonsoe door zijn associatie met de god Horus ook wel afgebeeld met een valkenkop, die zich door de volle en halfvolle maan op het hoofd onderscheidt van de goden Horus en Ra.
Chonsoes heilige dier was een baviaan, die door de oude Egyptenaren als een aan de maan verwant dier werd beschouwd. Afbeeldingen hiervan zijn schaars. Er zijn kleine amuletten bekend die Chonsoe in volledig menselijke gedaante afbeelden of met de valkenkop, soms met zijn goddelijke ouders Amon en Moet. Ook treft men Chonsoe samen met Horus aan, afgebeeld op de rug van een krokodil op zogenaamde 'cippi'. Een cippus is een magisch plakkaat, dat de geneeskracht van de godheid symboliseert.

Chonsoe, el-Qerna, foto: Petra LetherThebe vormde de hoofdcultusplaats voor Chonsoe. Aan het begin van de 20e dynastie startte Ramses III de bouw van de tempel van Chonsoe op het terrein van de Grote Tempel van Amon in Karnak. De opvolgers van Ramses voltooiden de bouw. Tijdens sommige festivals, zoals het nieuwjaarsfestival, werd het beeld van Chonsoe uit zijn heiligdom gehaald en, samen met die van Amon en Moet, op de heilige bark gezet. Via de processieweg werd de bark vervolgens naar Luxor getransporteerd.
De Chonsoe-cultus was ook bekend in Memfis, Edfoe, Hibis en in Kom Ombo werd hij vereerd als lid van de triade met de koegodin Hathor en krokodillengod Sobek.
Chonsoe's genezende krachten waren algemeen bekend. Zo werd aangenomen dat hij persoonlijk verantwoordelijk was voor de genezing van Ptolemeus IV, die zichzelf 'hij die geliefd is door Chonsoe, die de koning beschermt en kwade geesten verdrijft' noemde.


© 2012 Joke Baardemans


Bronnen: Reading Egyptian Art, R. Wilkinson; The Complete Gods and Goddesses of Ancient Egypt, R Wilkinson; Het Oude Egypte, T. Wilkinson; The Oxford Encyclopedia of Ancient Egypt, J. Houser-Wegner