Iwaafa, Egyptisch Museum, CaïroDe vormgeving van hurkbeelden loopt nogal uiteen, hoewel de basis altijd hetzelfde is: een compacte hurkzit.

De houding van de handen, armen, benen en de haardracht zijn zeer divers. De armen zijn de ene keer gestrekt, de andere keer is slechts een van beide armen gestrekt. Doorgaans ziet men een gebalde vuist, soms zijn beide handen tot een vuist gebald. Een uitzondering hierop zijn de hurkbeelden waar de persoon in kwestie de rechter hand voor de mond heeft, zoals bij het beeld van Amenemhat (18e dynastie) uit Deir el Medina.
Bij de voeten zien we ook een verschil in vormgeving. Dikwijls is er maar weinig van voeten en benen waar te nemen. Zij worden, evenals een groot deel van het beeld, bedekt met een soort mantel die om de figuur is gedrapeerd. Toch zijn er ook beelden bekend waarbij de onderbenen en knieën onbedekt zijn gebleven. Soms zijn de voeten zeer gedetailleerd uitgewerkt. In een enkel geval zijn de voeten voorzien van een soort sandaal. De mate van voetbedekking is tijdsgebonden. De nauwsluitende mantel karakteristiek is voor het hurkbeeld. Hoewel de vormgeving nagenoeg hetzelfde is, ziet met ook geplooide gewaden en soms is de mantel voorzien van een gordel.

Bijzonder is ook de diversiteit aan sieraden en andere objecten waarmee het hurkbeeld is versierd. De halssieraden bestaan onder andere uit hartamuletten, anch-tekens, sistra en pectoralen. De armbanden die zijn afgebeeld zijn glad, soms overdwars gestreept. De sieraden van de kleding bestaan uit diverse menats, een grote halsketting,waarbij het tegenwicht vaak over de schouder is gedrapeerd.
Amenoeminet, Luxor MuseumVaak zijn er voorwerpen en symbolen in de handen uitgebeeld. Voorwerpen zoals bijvoorbeeld, de lotusbloem, een sistrum, een vlegel en symbolen zoals de djet-pijler, de Maät-veer, een anch-teken enzovoort. Uiteraard hadden al deze voorwerpen een symbolische betekenis.
Aan de haardracht valt doorgaans af te lezen uit welke tijdsperiode het hurkbeeld komt. Ook destijds was de haardracht, die voor het merendeel van de elite uit pruiken bestond, al aan trends onderhevig. In het Middenrijk domineren de schouderlange pruiken, in de Ramessidentijd waren de tweedelige pruiken in de mode. Een goede, eensluidende beschrijving is niet te geven omdat de diversiteit aan modellen erg groot is. Dikwijls werd er veel zorg besteed aan de uitwerking van de pruiken en was de creativiteit groot. De gedetailleerdheid is soms verbazingwekkend.

Variatie op de buitenstructuur van het beeld komt ook voor. Zo heb je de streng kubistische modellen, maar ook modellen waarbij de lichaamscontouren goed zijn waar te nemen. De variaties in het uiterlijk van het beeld ontstaan ook doordat men er elementen aan heeft toegevoegd, bijvoorbeeld een stèle (houten of stenen tablet voorzien van tekst), een naos (een rechthoekige schrijn met een cultusbeeld van een godheid) of een sistrum (een ratel die werd geassocieerd met de godin Hathor).

Sobek-Nakht, Egyptisch Museum, CaïroDikwijls rust de uitgebeelde figuur op een zitje of een soort kussen die ook divers zijn vormgegeven. De sokkel, het onderste deel van het hurkbeeld, kent eveneens varianten. Vaak is een hurkbeeld voorzien van een rugpijler, doorgaans beschreven met tekst.
Het is duidelijk dat, meer dan bij andere beelden binnen de Egyptische kunst, achter de vormgeving, achter iedere variatie van de hurkbeelden een immense symboliek schuilt en dat deze kubushurkers derhalve een bijzondere vorm van beeldhouwkunst zijn. De symboliek roept heel veel vragen op waarover weinig met zekerheid is te zeggen en die dus nog lang niet beantwoord zijn.

©  2012 Joke Baardemans

Bron: Entwicklung und Bedeutung des kuboiden Statuentypus, R.Schulz