Roodhalsganzen op een reliëf in tomb Nefermaat, 4e dynastieGedurende de dynastieke periode namen ganzen (Anser) zowel in symbolische als in praktische zin een nadrukkelijke plaats in binnen de Egyptische kunst en in het hiërogliefenschrift.

Al vanaf het Oude Rijk werden ganzen met andere vogelsoorten in hoenderhoven gehouden en gedomesticeerd. Hoewel er sprake is van diverse ganzensoorten is de nijlgans (Alopochen aegyptioca), met de kenmerkende vlek voor op de borst, een van de meest bekende. Deze gans werd in diverse contexten regelmatig weergegeven.Graf Nebamon 18e dynastie, British Museum Een van de eerste afbeeldingen van deze gans is aangetroffen in het graf van Mehoe (6e dynastie) in Sakkara, waar de vogel wordt getoond terwijl hij tussen de papyrusplanten nestelt. De meest bekende afbeelding van de nijlgans komen we tegen op de wandschildering uit het graf van Nebamon (18e dynastie) in Thebe. De grafeigenaar is hier samen met zijn vrouw en dochter te zien terwijl hij in een hand een werphout heeft. Vooraan in de boot bevindt zich een nijlgans die de familie gezelschap houdt. Het lijkt een tam exemplaar te zijn dat mogelijk als huisdier werd gehouden.
Vaak ziet men ganzen in dit soort scènes. Nijlganzen staan bekend om hun kwaadaardige temperament en vijandige houding naar zowel beesten als mensen. Zij vormen een ramp voor de graanvelden omdat zij veel schade toebrengen aan het gewas. Ze waren niet altijd even geliefd in het oude Egypte. Zo verhaalt een korte tekst uit de Rammesiden Periode over de nadelige karaktertrekken van de nijlgans. Toch zijn deze ganzen dikwijls afgebeeld in de nabijheid van mensen zoals ook de afbeelding in het graf van Nebamon ons laat zien. Waarschijnlijk was het ook de nijlgans die gedurende de 18e dynastie vaak werd weergegeven onder de stoel van de grafeigenaar. Omdat de afbeeldingen allen beschadigd zijn, is helaas niet met zekerheid vast te stellen of het inderdaad om een nijlgans gaat.

Nijlganzen op een votiefbeeld 19e dynastie, HildesheimMythologisch gezien was de nijlgans verbonden aan de god Amon, de belangrijke god van Thebe. Naar men veronderstelt was de associatie met deze god de reden dat de gans vaak als huisdier werd gehouden door de elite. In mythologische context verscheen de gans op vignetten die bepaalde spreuken bevatten, op dodenboekpapyri in graven uit de Rammesiden Tijd en op votiefstèles. Een bekende weergave van nijlganzen is het kalkstenen votiefbeeld uit Deir el-Medina dat een groep van negen nijlganzen uitbeeldt. De ganzen zijn nog duidelijk te herkennen aan de vlek voor op de borst. De tekst refereert aan de gans van Amon. Ook de aardgod Geb wordt weleens in verband gebracht met de nijlgans. De gans vormt onderdeel van Gebs naam in het hiërogliefenschrift en Geb wordt soms afgebeeld met een gans op zijn hoofd. Het is echter niet duidelijk om welke ganzensoort dit gaat.

Het tellen van ganzen, graf Nebamon, British MuseumOndanks zijn relatie met de god Amon zijn er wel aanwijzingen dat de nijlgans werd geconsumeerd en onderdeel uitmaakte van de voedseloffers. De eetbaarheid van een nijlgans laat, naar verluidt, echter zwaar te wensen over. Waarschijnlijk was hij als voedsel eigenlijk niet geschikt. Hoewel zij ook voorkwamen op de hoenderhoven lijkt het onwaarschijnlijk dat het beest vaak op het menu voorkwam. Er was immers genoeg gevogelte waarvan de kwaliteit aanmerkelijk beter was.



© Joke Baardemans 2013

Bronnen: The Birds of Ancient Egypt, P. Houlihan; The Oxford Encyclopedia of Ancient Egypt art. Poultry, P. Houlihan; The Oxford Encyclopedia of Ancient Egypt art. Birds, P Houlihan
r