Maät op Nesmin-papyrus, Late Tijd, foto: Petra LetherDe godin Maät is een van de belangrijkste godinnen uit het oude Egypte. Zij was voor de oude Egyptenaren de personificatie van de waarheid, gerechtigheid, stabiliteit en de kosmische orde en werd als zodanig in verband gebracht met de schepping.

Zij vormde de kern van de Egyptische moraliteit en de religie. Haar tegenpool was Isfet, de chaos, het kwaad, de wanorde die men overal aan kon treffen waar Maät niet was. De naam Maät is afgeleid van het werkwoord 'ma', dat sturen of richting geven betekent. Het betekent eveneens 'offeren' of 'aanbieden'.
De eerste overleveringen van de godin Maät dateren uit het Oude Rijk waar zij wordt genoemd in de Piramideteksten van Oenas. Zij wordt de 'dochter van Ra', de zonnegod genoemd. Ook met de god van het dodenrijk Osiris wordt zij geassocieerd, van wie in vroegere tijden werd gezegd dat hij 'de heer van Maät' was. Niettemin wordt de schrijvergod Thot gezien als haar echtgenoot.
Tempel in Abydos, Sethi I offert Maat, foto: Petra LetherOmdat de farao als 'zoon van Ra' werd beschouwd was Maät logischerwijs ook de zuster van de regerende farao. De farao gold als absolute machthebber en vervulde een voorbeeldfunctie naar zijn onderdanen. Zijn relatie met Maät was daarom van vitaal belang, hij moest haar behoeden en vergroten, hij moest rechtspreken en de zwakkere onderdanen beschermen tegen onrecht. Zijn houding ten opzichte van 'Maät' was dus uitermate belangrijk. Het legitimeerde zijn functie en droeg bij aan de doeltreffendheid van zijn handelen. Het was een van de redenen waarom hij zichzelf met 'geliefd door Maät' liet aanduiden.
De veelzijdige rol van het begrip Maät, vertegenwoordigd door de godin, was erg belangrijk voor de oude Egyptenaren en de hele samenleving was ervan doordrongen. De orde moest worden bewaakt en bewaard. Dit betekende voor iedere individuele Egyptenaar dat hij een moreel onberispelijk en goed leven behoorde te leiden, zich moest houden aan de wet en geen misdaden mocht begaan. Kortom, Maät was de drijvende kracht achter de staat. Dat is terug te zien op talrijke, rituelen afbeeldingen in tempels, graven en op vele andere voorwerpen.

Maät, Musée de Louvre, foto: Petra LetherMaät wordt bijna altijd antropomorfisch, oftewel als mens afgebeeld. De godin draagt een veer op haar hoofd. In Egypte betekent de veer altijd 'lucht' of 'adem' en de veer vertegenwoordigde haar naam. Ook hiëroglifisch wordt de naam van Maät geschreven met een zittend vrouwenfiguurtje met een veer op haar hoofd, maar het kon eveneens worden beschreven met een sokkel. De sokkel staat voor 'grondvesten'. Hiermee werd aangegeven dat Maät duurzaamheid en fundament gaf aan het handelen van de mens.
In het graf van Siptah uit de 19e dynastie ziet met Maät met gespreide vleugels zittend op een hiëroglifisch teken. Dit teken heeft met rouwen te maken. De afbeelding als zodanig komt men vaker tegen in koninklijke graven uit het Nieuwe Rijk.
Men ziet Maät soms terugkomen in de koningsnamen zoals bijvoorbeeld bij Ramses II. Als vertegenwoordigster van de gerechtigheid ziet men Maät terugkomen in het Dodenboek. Het betreft hier specifieke scènes. Deze scènes laten 'het wegen van het hart' zien, een ceremonie om te beoordelen in hoeverre de daden van de overledene indruisten tegen het ideaal van Maät. Aan de ene kant van de weegschaal bevindt zich het hart, aan de andere kant de veer van Maät of een kleine afbeelding van de godin in hurkzit. In sommige gevallen wordt de godin ook bovenop de weegschaal afgebeeld.

In de voorhof van de tempel van Montoe in Karnak bevindt zich een kleine tempel gewijd aan de godin Maät. In het algemeen zijn er weinig specifieke heiligdommen aan haar gewijd. Zij werd meestal afgebeeld in tempels die waren opgedragen aan andere goden en in graven onder meer als onderdeel van het dodenboek. Een van de belangrijkste rituele handelingen die is afgebeeld betreft het offeren van een klein Maät figuurtje door de farao aan diverse goden. Deze scène waarbij de farao de godin 'op handen draagt' ziet men veelvuldig afgebeeld bijvoorbeeld in de tempel van Edfoe. Sommige egyptologen veronderstellen dat het aanbieden van de godin Maät als offer gezien kan worden in de lijn van de andere offergaven zoals bijvoorbeeld voedsel en kleding. Het aanbieden van Maät aan de andere goden zou een symbolisatie zijn om aan te geven dat men leefde door en van Maät. Aan de andere kant kan het gezien worden als een tastbaar offer van de farao om ten overstaande van de goden zijn eigen werk om orde en gerechtigheid te handhaven te bevestigen.


© 2013 Joke Baardemans


Bronnen: The Complete Gods and Goddesses of Ancient Egypt, R. Wilkinson; Maät, Frans Schobbe; Maat in Lexicon de Ägyptologie.