Godin Moet met farao Seti in de tempel van Abydos, foto: Petra LetherDe godin Moet betekent moeder in het Oudegyptisch. Moet was dan ook de moeder en koningin van alle goden in Thebe. Waar zij oorspronkelijk vandaan kwam, is niet duidelijk omdat haar naam tot aan het einde van het Middenrijk nergens wordt vermeld.

Als vrouw van Amon verving zij op een zeker moment de godin Amonet. Moet, Amon en hun zoon Chonsoe vormden samen de triade van Thebe.
In het hiërogliefenschrift wordt haar naam geschreven met de afbeelding van een gier, mogelijk haar oorspronkelijke verschijningsvorm. Zij wordt ook met de koningin van Egypte geïdentificeerd. Koninginnen uit het Nieuwe Rijk droegen vaak hoofdtooien in de vorm van een gier, de gierenkap, die symbool stond voor goddelijk moederschap. Tenminste vanaf het Nieuwe Rijk vormde de leeuwin de eerste mythologische associatie met Moet. Ze werd tevens geassocieerd met de godinnen Sachmet en Bastet en de god Ptah uit Memfis. Evenals andere godinnen werd zij gezien als 'het oog van Horus'. Hoewel Moet meer een godin van de levenden was, werd zij ook genoemd in het Dodenboek, waarin zij liet zien dat haar macht tot in het hiernamaals reikte. Ondanks het feit dat haar beschermende persoonskenmerken, met name naar de farao, op de voorgrond traden, kon Moet ook angstaanjagend en wreed zijn. Dit blijkt uit de manier waarop zij opstandelingen en verraders van de farao behandelde. Zij werden verbrand in Moets eigen stoof.

Amon en Moet, Rammeseum, foto: Petra LetherAanvankelijk wordt Moet afgebeeld als godin met de kop van een leeuwin. In latere tijden wordt zij in menselijke gedaante afgebeeld. Zij draagt een fleurige rode of blauwe jurk, met een soort verenpatroon en is getooid met de gierenkap. Deze kap wordt bedekt met de witte kroon van Opper-Egypte of met de dubbele kroon van Opper- en Neder-Egypte. Zij is gewoonlijk de enige godin die met de dubbele kroon wordt afgebeeld, meestal staand of zittend op een troon in gezelschap van Amon en Chonsoe. Om haar symbolische, moederlijke rol te benadrukken wordt ze ook zittend afgebeeld, terwijl ze een kind voedt. Aan het begin van de 21ste dynastie wordt Moet op een bizarre manier afgebeeld in het Dodenboek, namelijk als samengestelde godheid. Men ziet een godin met gespreide vleugels, een fallus en drie hoofden: een gierenkop, een leeuwenkop en een mensenhoofd. Dit was waarschijnlijk bedoeld om haar macht te symboliseren. Meestal wordt Moet in mildere vorm afgebeeld, bijvoorbeeld als een kat. Hoewel Moet de echtgenote van Amon was, werd Amon vaak afgebeeld met jongere godinnen zoals Isis en Hathor. Moets relatie met Amon wordt dan ook meer gezien als een familierelatie dan als een seksuele relatie. In formele afbeeldingen blijft Moet echter de volwassen moederfiguur en machtige koningin van de godinnen.

Tiberius offert aan Moet en Chonsoe, foto: Petra LetherEen Middenrijks tekst laat zien dat Moet de 'meesteres van Megeb' is. Megeb bevond zich in Opper-Egypte, vlakbij de huidige plaats Qaw el-Kebir. Heiligdommen van Moet treft men aan in Heliopolis, Gizeh en Tanis. Ze werd in het hele land vaak samen met Amon en Chonsoe vereerd, maar haar cultus was onafhankelijk. Haar voornaamste cultuscentrum was de Isjeroe, de tempel van Moet in Karnak.
Moet nam samen met Amon deel aan een religieus festival, het Opet-festival, maar had ook haar eigen festival, 'Festival voor het navigeren van Moet' dat op het heilige meer werd gehouden. Verder speelde ze een rol in het festival 'Omverwerpen van Apopis', de slang die de zonnegod Ra bedreigde. Het was een festival waarbij ze haar agressieve natuur liet zien en de zonnegod beschermde. Ze zou tevens een eigen orakel hebben gehad, dat allerlei problemen oploste.

© 2012 Joke Baardemans

Bronnen: The Complete Gods and Goddesses of Ancient Egypt, R.H. Wilkinson; Mut, R. Fazzini in Lexicon der Ägyptologie