De Egyptische religie bestond uit een complexe verstrengeling van mythen, magie en ideeën. Kenmerkend voor deze religie was het grote aantal godheden en demonen. Alles draaide om de eeuwige strijd tussen orde en chaos en om de rol van de farao bij het in stand houden van de Maät, de harmonie. De farao fungeerde als communicatiemiddel tussen het Egyptische volk en de goden. Hij was verplicht de cultus rondom de goden in stand te houden zodat hij ook op hun steun kon rekenen. De centrale god was de zonnegod aan wie alle andere goden ondergeschikt waren. Dit is terug te zien in de vele afbeeldingen in tempels en graven, in de architectuur, in de eeuwenoude inscripties en in de vele papyri. Het was een dynamische religie die zich continue aanpaste aan de veranderende omstandigheden. Daardoor vormde de religie ruim drieduizend jaar de kern van de Egyptische samenleving.

 Godheden         Iconologie

De god NefertemAch-amulet